Peter was 23 toen hij in de Verenigde Staten, waar hij woonde en werkte, een auto-ongeluk kreeg. Hij raakte zwaar gewond, lag enkele weken in coma en werd daarna met het vliegtuig naar België overgebracht. Daar revalideerde hij langdurig en nu is hij opnieuw aan het werk.
“Water”
In het OTL volgde ik verschillende therapieën. Ik heb er ook veel tips gekregen, bijvoorbeeld dat ik eens moest proberen heel veel water te drinken in plaats van de zware pijnstillers op morfinebasis die ik nam tegen mijn constante hoofdpijn. En het werkte! Nu drink ik twee tot drie liter water per dag. Ik volgde microkine, die zich richt op het behandelen van de toxische plaatsen. Dat gaf goede resultaten. Ik volgde ook osteopathie en psychotherapie.
“Steun”
Aan mijn familie had ik weinig of geen steun. Maar mijn vriendin steunde mij 200%. Dat was echt geweldig. Ik ben het van kleins af aan gewoon om mijn plan te trekken. Mijn vrienden woonden ook te ver weg. Maar mijn vriendin bleef me helpen door dik en dun. Zij heeft er ook voor gezorgd dat ik in een goed revalidatiecentrum terecht kwam, waar niet alleen motorisch werd getraind, maar ook cognitief.
Nu heb ik veel aan mijn fitness en krachttraining. Dat is goed voor mijn moraal. Als de mensen mij horen, denken ze dat ik weer dezelfde Peter ben van vroeger. Maar mijn reacties zijn soms anders en dat snappen ze niet.
“Geld”
Een extra moeilijkheid was het financiële aspect. Op de een of andere manier heb ik nergens recht op. Ik ben blijkbaar een uitzondering op alle regels en val tussen alle mazen van het sociale zekerheidsnet in België. Mijn advocaat in de Verenigde Staten heeft mij bedrogen. Mijn vriendin helpt mij om dat allemaal goed uit te zoeken, zodat ik recht zou kunnen krijgen op een hogere uitkering als ik niet zou kunnen werken. Nu is dat niet meer dan 104 euro per maand, en daar doe je dus niet veel mee. Dat is een integratietegemoetkoming en dat wordt niet beschouwd als een uitkering, maar ik ben wel slecht genoeg bevonden om NIET voor me zelf te kunnen zorgen, kan het nog absurder?
“Rechtuit”
Mijn humeur is veranderd sinds het ongeval. Vroeger was ik een geboren diplomaat. Ik was meestal echt tactvol. Nu zeg ik veel meer rechtuit mijn mening, ook als iets mij niet aanstaat. Ik ben niet depressiever geworden. Ik heb een sterke wil. Vlak na het ongeval dachten de dokters eerst dat ik het niet zou overleven, later dat ik het leven van een plant zou leiden. Ik lag vijfentwintig dagen in coma. Daarna zat ik een maand in een rolstoel. Ik moest alles opnieuw leren: stappen, eten, kleren aantrekken, schrijven, noem maar op. Het was niet alsof je van nul opnieuw moest beginnen, maar van min tien! Van die periode herinner ik me weinig. Ik was toen constant bezig met revalideren.
Vriendin van Peter :
“Zijn geheugen werkte toen niet, zodat er geen herinneringen zijn aan die periode. Hij weet enkel hetgeen men hem verteld heeft. Frappant is dan wel weer dat hij ‘gevoelsmatig’ wel herinneringen heeft. Zo heeft hij bijvoorbeeld een hekel gekregen aan bepaalde mensen, zonder hij zich echt herinnert wat daarvan aan de basis ligt. Ik daarentegen weet wel dat er bepaalde situaties geweest zijn, dat sommige mensen nogal negatief reageerden en dat het best pijnlijke situaties voor Peter waren. Hij herinnert zich het niet echt, maar gevoelsmatig dus wel. Tact is momenteel niet zijn sterkste punt. Hij komt soms harder of meer rechtuit over dan hij het bedoelt. Zelf prik ik daardoor, ik luister naar de boodschap die hij wil overbrengen. Dat snappen mensen niet altijd, dat het niet zozeer de toon waarop is die je moet beluisteren, maar wel de boodschap die telt.”
“Vrienden”
Van mijn oude vriendenkring zijn er heel veel weggevallen. Soms om heel gewone redenen: ze zijn getrouwd, hebben kinderen en zijn met andere dingen bezig. Maar ook het feit dat ik niet meer met de wagen mag rijden omdat ik epilepsie heb, speelt een rol. Ik kan hen heel moeilijk opzoeken.
Vriendin van Peter :
“Sommigen snappen ook niet dat de Peter van nu een andere Peter is dan vroeger. Maar de Peter van nu is zeker de moeite waard, als mensen hem maar willen zien. Het is jammer genoeg moeilijk voor hem om nieuwe sociale contacten aan te knopen. Daardoor verzeilt hij in een sociaal isolement, terwijl hij best een sociaal persoon is.”
“Drukte”
Vroeger keek ik iets meer tv dan nu. Nu ga ik drie keer per week fitnessen. Voor de rest is mijn leven niet meer zoals het vroeger was. Ik kan niet meer tegen drukte, zoals je die hebt in een restaurant, in een café, op de markt, op feestjes. Vroeger was dat geen probleem. Ik ging toen veel uit. Nu geeft dat alleen maar stress en dat vermijd ik liever. Mensen begrijpen dat vaak niet en dat is wel frustrerend. Ze zien niets aan mij: ik kan lopen, ik kan spreken, ik kan schrijven. Dus denken ze dat er geen probleem is. Het vraagt veel energie om hen duidelijk te maken dat het toch niet altijd lukt. Ik heb een groot litteken op mijn hoofd en ik scheer mijn haar kort, zodat je dat goed kunt zien. Maar ook dat helpt niet echt. Ik ben bijvoorbeeld trager bij bepaalde handelingen. Als ik eenmaal een routine in iets krijg, gaat het wel weer sneller. Door het ongeval moet ik routinematiger werken. Maar in het begin als ik iets nieuws doe, ben ik onzeker, moet ik zoeken. De mensen denken dan: ‘Waarom is hij zo traag?’ Ook als ze mij aan de telefoon hebben, zeggen ze: ‘Jij klinkt zoals vroeger.’ Voor hen is dus alles oké. Een coma is voor hen niet meer dan een keelontsteking. Zij zien niet dat het echt wel gevolgen heeft.
Vriendin van Peter :
“Dat klopt, mensen zien vaak niets aan Peter, dus is er volgens hen ook niets aan de hand. Wat natuurlijk niet zo is. Zijn tante zegt bijvoorbeeld: ‘Het is toch normaal dat je op een bepaald ogenblik je vleugels uitslaat en dat het contact verwatert.’ In normale omstandigheden zou dat ook kloppen, maar Peter slaat zijn vleugels niet uit en kan steun best gebruiken. Of op zijn minst het gevoel dat hij ondanks zijn ongeval, ondanks zijn ‘knelpunten’, best nog de moeite waard is en meetelt. Ik probeer hem dat gevoel te geven, maar ik kan onmogelijk de hele wereld vervangen. Peter kan inderdaad niet tegen drukte, hoewel ook daar een evolutie merkbaar is. We leren hem ‘tips’ om met dergelijke situaties om te gaan. Hij leeft inderdaad meer op routine en minder op geheugen. Wat soms pijnlijke situaties geeft. Zo zat hij bijvoorbeeld toen we pas verhuisd waren thuis te wachten tot ik thuiskwam van mijn werk. Hij dook als een gek in mijn handtas op zoek naar boterhammen, want hij had erge honger. In ons nieuwe huis waren er nieuwe kasten met nieuwe plekjes voor het eten en dus liep het mis. Hij kon niet bedenken dat er brood en eten in huis was, omdat zijn routine weg was. Eens hij de routine onder de knie heeft, lukt het wel. Maar hij doet de dingen op zijn manier, en dat is niet altijd logisch. Hij gaat bijvoorbeeld naar de bakker, naar huis, naar de bank, naar huis, naar de post, naar huis. Als je hem zegt dat hij die dingen kan combineren, dan doet hij dat, maar hij zal het niet zelf bedenken.
“Voordoen”
Toen ik in de Verenigde Staten ging werken na mijn studie toerisme, was het mijn bedoeling om daarna hier aan de universiteit verder te studeren. Maar dat is nu niet meer vanzelfsprekend, omdat mijn geheugen niet meer is wat het was. Ik kan ook niet goed meer tegen deadlines en tegen stress. Dus daar moet ik rekening mee houden. Nu werk ik in een bibliotheek en dat doe ik graag. Na de beginperiode waarin ik wat moest zoeken, gaat dat nu heel goed. Het is voor mij belangrijk dat ze me alles klaar en duidelijk uitleggen, dat ze het me voordoen. Dan begrijp ik het en dan kan ik het ook. Die tijd moeten ze me gunnen. Dat is toch een kleine moeite? Dat er met mij niets zichtbaars meer scheelt, betekent niet dat er niets aan de hand is. Natuurlijk ben ik blij dat ik niet meer in een rolstoel zit, maar dat was wel zichtbaarder. Het staat nu eenmaal niet op mijn voorhoofd geschreven. Al wat ik vraag is een beetje begrip, er wat rekening mee houden. Die steun van iemand is heel belangrijk. Met mijn geheugen gaat het de ene dag beter dan de andere. Ik gebruik veel hulpmiddeltjes: de agenda van mijn gsm, van Windows en nog een gewone agenda. Vooral afspraken voor therapieën schrijf ik daarin. Dat helpt me vooruit.
“Een ding tegelijk”
Ik ben heel blij dat ik mijn ongeval overleefde. Toch kan ik me soms nog opwinden over pietluttigheden, bijvoorbeeld als Club Brugge, waar ik fan van ben, een match verliest. Al ben ik daar ook minder fanatiek in dan vroeger. Toen ging ik vaak naar de match, maar dat is nu te druk. Ik volg de matchen nu op tv. Als ze winnen, ben ik goedgehumeurd! Als ze verliezen, vind ik dat jammer. Ik kan me best concentreren op één ding tegelijk. Autorijden zou sowieso te druk voor mij zijn. Ik neem wel de fiets of het openbaar vervoer.
“Mijn levensfilosofie”
Geloven en al weten op voorhand dat je opnieuw beter wordt door steun van de partner(zelf in te vullen) en de dingen één voor één aan te pakken en te doen op je eigen tempo. Focus je altijd op één ding en probeer vol te houden.
Vriendin van Peter :
“Peter is heel erg veranderd. Soms zeg ik voor de grap ik dat ik er twee gekregen heb voor de prijs van één en dat klopt wel. Maar de Peter van nu is ook de moeite waard. Hij is anders, maar zeker de moeite waard. Praktisch is er veel veranderd: er zijn dingen waarbij hij hulp nodig heeft, de logica, noem maar op. Tegelijkertijd is zijn intelligentie nog wel aanwezig, maar anders. Hij kan een redenering zelf niet maken, maar als iemand ze duidelijk uitlegt, kan hij ze wel volgen. Bepaalde trekjes zijn gebleven: hij is nog altijd eigenwijs, koppig, en hij is tegelijkertijd harder en zachter geworden. Zachter ten opzichte van mij, hij weet wat hij aan me heeft en is voor mij superlief (terwijl hij vroeger soms wel eens de macho durfde uit te hangen). Ten opzichte van andere mensen daarentegen kan hij harder zijn, hij zal geen energie steken in mensen die het niet waard zijn voor hem. Vroeger was hij een uitgangstype, dat kan nu dus niet meer. Hij is ook aanhankelijker en onzekerder geworden. Raar is ook, zijn gezicht is nog hetzelfde en toch heel anders. Zijn blik, zijn gelaatsuitdrukking is anders dan vroeger. Eigenlijk is er vrijwel niets nog hetzelfde dan vroeger, hij is heel anders, wat niet in enkele woorden uit te drukken is.